Ik werk nu bijna 3 jaar vanuit Topvrouw.nl met prachtige vrouwen. Ik ben vaak onder de indruk van hun kwaliteiten, de carrières en hun uitstraling. Soms voel ik me dan wat onzeker worden. Ik vraag me op zo’n moment af wat ik nog aan deze vrouwen heb ‘toe te voegen’. Deze onzekerheid houdt mij scherp. Het zorgt ervoor, dat ik heel goed luister en voel wat de vraagstukken zijn. Mijn ervaring helpt mij hierbij, zodat ik snel de kern van haar vraagstuk vind.
Maar toch, ook bij mij speelt het thema ‘onzekerheid’ regelmatig op een negatieve manier:
- Topvrouw.nl groeit goed. Wanneer zal dit stoppen? Wanneer is mijn potje ‘geluk’ op?
- En zeker als ik een negatieve reactie krijg op mijn werk met vrouwen, dan is er meteen die stem die zegt: ‘Zie je wel! Het stelt niets voor!’
- Actief gesprekken voeren met directeuren of P&O’ers: doodeng. Ik stel het continu uit.
Op deze thema’s voel ik een onzekerheid die mij verlamt, uitstelgedrag laat vertonen en in ieder geval ’s nachts regelmatig wakker houdt.
Ja, ik heb dus soms ook last van wat men ‘het imposter syndroom’ noemt! Misschien verbaast het jou als je me hebt zien werken? Maar dan zie je mij als professional. Dan ken ik echt wel mijn kwaliteiten en voel ik mij zeer ervaren. Het gaat hier over mijn ondernemerschap met Topvrouw.nl. Dat is nieuw voor mij. Dat maakt mij regelmatig onzeker.
Tot voor kort had ik nog nooit gehoord over het ‘imposter syndroom’. Nu ik het ken, zie ik het heel vaak bij vrouwen die ik begeleid:
- Een advocaat met een betrouwbare staat van dienst is onlangs tot een nieuwe maatschap toegetreden. Zij vergelijkt zich continu met de andere, oudere maten en dat verlamt haar. Het is een enorme energy drain voor haar.
- Een lector van een hogeschool die positieve evaluaties krijgt van studenten maar twijfelt of zij wel serieus genomen wordt in de academische wereld. Zij betrekt alle inhoudelijke kritiek die op haar stukken wordt gegeven op zichzelf: ‘Zie je wel: ik kan het niet!’
- Een fysiotherapeut die zich breder wil ontwikkelen. Zij geeft nu al onderwijs bij opleidingen fysiotherapie en hoeft ‘alleen maar’ met de opleidingsdirecteuren te gaan praten. Maar zij durft de eerste contacten hierover niet te leggen: ‘Niemand zit toch op mij te wachten? Waarom zouden anderen me helpen. Ze zien me al aankomen!’
En wat ik of anderen ook zeggen, dat helpt niet. Er is een te dominante negatieve ‘stem’ in hen. In dit artikel ga ik verder in op het thema ‘imposter syndroom’. In mijn volgende inhoudelijke artikel op 10 november a.s. vertel ik ook hoe ik hiermee omga en wat de deskundigen zeggen over de aanpak hiervan.
De term ‘imposter syndroom’ werd in 1978 voor het eerst gebruikt in een artikel van de psychologen Pauline Clance en Suzanne Imes. Zij zagen veel succesvolle vrouwen die geneigd zijn te geloven dat zij niet intelligent zijn en dat anderen hen te hoog inschatten. Zij zagen verschillende soorten gedrag bij deze vrouwen:
- IJver, enthousiasme en inzet: deze vrouwen werkten vaak hard om te voorkomen dat men ontdekte dat zij het eigenlijk niet konden. Dit harde werken leidde vaak tot meer complimenten en tot succes. En juist dat houdt het imposter syndroom in stand. ‘Zie je wel, als ik heel hard werk, zullen ze niet zien dat ik het eigenlijk niet kan.’ Zij kregen het gevoel dat zij twee tot drie keer zo hard moesten werken en bereidden zich daarom extra goed voor en maakten zich zorgen over details.
- Het gevoel onecht te zijn: vaak zagen zij gedrag waarbij deze vrouwen aan hun leidinggevenden en professoren de gewenste antwoorden gaven en sociaal gewenst gedrag vertoonden. Dat leidde dan tot een groeiend gevoel dat zij maar deden alsof, dat zij het zelf niet echt waren.
- De behoefte om te ‘pleasen’: deze vrouwen probeerden met hun charmes en hun intuïtieve waarnemingsvermogen om goedkeuring en waardering te krijgen. Wanneer de leidinggevenden haar dan prees of erkende, dan voelden zij het alsof deze lof gebaseerd was op hun charmes en niet op hun deskundigheid.
- Allemaal puur geluk: vrouwen vermeden het om succes aan hun eigen vaardigheden en competenties te koppelen. Het was toeval, geluk, timing of door hulp van anderen. Deze vrouwen schreven hun successen vaker toe aan externe factoren en mislukkingen aan zichzelf.
Herken je jezelf in het bovenstaande? Dan kan het zijn dat jij ook te maken hebt met het ‘imposter syndroom’. Dan is het vaak moeilijk voor je om succes te hebben en trots op jezelf te zijn. Bij de ene vrouw leidt dit tot een soort verlammend gevoel (uitstellen, jezelf saboteren, enorm twijfelen), bij de ander leidt dit tot perfectionisme (steeds harder werken, over presteren en alles onder controle willen houden).
Ter afronding van dit artikel: het is geen psychologische of psychiatrische ziekte! Het wordt tegenwoordig gezien als een reactie op bepaalde situaties. Het ‘imposter syndroom’ zet bij jou een actie-reactie patroon inwerking, die niet prettig is en die jou veel energie kost. Maar dat betekent dus ook dat je hier invloed op kunt hebben. Want je kunt dat actie-reactie patroon onderzoeken en doorbreken. Niet makkelijk! Maar het kan wel. Hierover schrijf ik in mijn volgende inhoudelijke artikel.
Tot dan!
Hartelijke groet,
Margreet van Rixtel
Oprichter Topvrouw.nl